Spirituele Cyclus van Walter Russell

0.Introductie.

Dit document is in 2005 geschreven naar aanleiding van het ontdekken van Walter Russell (1871, 1963) , een beroemd amerikaans Architect die in 1921 snet als ik un 1999 pontaan via een verlichting inzicht kreeg van het hoogste bewustzijn (“The Universal One”)over de werking van het Universum. Dit heeft hij beschreven in het boek .The Universal One.

Het dokument is geschreven voor een wereldwijd opererend software-bedrijf dat voor de privacy in dit document PMM wordt genoemd. In bepaalde gevallen is de tekst enigzins aangepast.

1. Samenvatting.

In dit document wordt een model uitgelegd. Het model gaat uit van drie krachten.

Twee krachten zijn expansief (.<, 1->M) en comprimerend (.<, M->1)).

De derde kracht is eigenlijk geen kracht maar een Veer die het uit-rekken aan twee kanten compenseert M:1X1:M).

Dat is ook de reden dat deze kracht Veerkracht wordt genoemd in het Engels vertaald in Resilience.

De derde kracht zorgt voor balans en eenheid (M<1-1>M).. Ze zorgt ervoor dat de krachten niet te krachtig worden.

De expansieve krachten hebben vele namen. In deze notitie en de economie worden ze productie en consumptie genoemd. In hun extreme vorm tonen ze zich bij mensen in machtswellust en verslaving.

Productie en consumptie behoren elkaar op te heffen. Als ze elkaar niet op redelijke termijn opheffen raakt alles in onbalans.

Wat wordt geproduceerd wordt door de consument op korte of lange termijn vernietigd.

Als de balans ontbreekt en de veer breekt dijen de krachten ongelimiteerd uit totdat de spanning tussen de twee krachten zo groot is geworden dat ze terug worden geroepen door de derde kracht.

Hoe groter de spanning tussen de krachten wordt hoe explosiever de terugkeer naar de rust-staat.

In hfdst 3. wordt de productie-cyclus beschreven.

Een productie-cyclus stijgt

Een productie-spiraal start altijd met een vakman, die een uniek product maakt.

Specialisten analyseren (zie hfdst 4.) de werkprocessenen bedenken een model waarin de vakman een gestandaardiseerd product maakt (een bedrijf).

Inmiddels is het bedrijf geabstraheerd tot een fabriek en is de productie-spiraal in snel tempo aan het migreren van het abstractie-niveau fabriek naar de utility.

In hfdst 6. wordt verder ingegaan op de eigenschappen van een utility.

In hfdst 5. wordt de relatie tussen technologie en de huidige staat van de productie-spiraal in kaart gebracht

Het vormen van een utility gaat gepaard met enorme concentratie-activiteiten in het bedrijfsleven (een shake-down).

Deze shake-down zal niet alleen het bedrijfsleven treffen maar ook de software-industrie zelf.

Door te anticiperen op de volgende golf  kan men een enorme voorsprong nemen op de concurrentie die nu bezig zijn om het grote gevecht te voeren.

Men kan een grote voorsprong verkrijgen door potentieele utilities (hubs) in het bedrijfsleven te helpen de grote sprong te maken.

Het gaat om het zo snel mogelijk realiseren van utility-computing.

Het samenwerken met de eerst opkomende golf (media, user-interface, buitenkant, intelligent routers) is voor de hand liggend omdat in deze bedrijfstak nog geen enkele ervaring heeft met complexe automatisering. Ze verkeerd nog in het laagste stadium van de vakman.

In hfdst 7. wordt de consumptie-spiraal beschreven Het blijkt dat er aan de onderkant van de spiraal sterke ontwikkelingen zichtbaar zijn. De consument wil af van het consumentisme en is op zoek naar de vakman en zijn unieke producten.

De volgende stap in de spiraal is de beweging. Deze bewegingen (sociale netwerken) hebben behoefte aan nieuwe technologie (Collaborative Learning) en produceren nieuwe technologie (Open Source). 

Het is sterk te adviseren om in te spelen op deze trend. Een beweging vergt een totaal andere manier van werken (collaboratie, geven en nemen).

In hfdst 9. wordt de derde kracht geintroduceerd.

Deze derde kracht bestuurt de twee andere krachten.

Ze zorgt voor rust en balans. In de expansie van de productie- en de consumptie-spiraal wordt de derde kracht al snel geëlimineerd.

Hierdoor neemt de onbalans en de onrust razendsnel toe.

Uit de analyse blijkt dat de productie- en consumptie-spiraal ver buiten hun rusttoestand verkeren en dat een grote correctie naar een lager niveau van expansie te verwachten is.

In Hfdst 10. wordt heel kort aangegeven hoe de derde kracht kan worden aangewend om een balans te vinden tussen R&D en Verkoop.

Deze notitie is complex. Ze introduceert een aantal nieuwe concepten die voor velen moeilijk te begrijpen zijn.

De lezer wordt dan ook met grote nadruk gevraagd om de tijd te nemen bij het lezen en als er sprake is van onduidelijkheid contact op te nemen met ondergetekende.

Het begrijpen van de concepten is niet nodig om de consequenties te lezen en wellicht aan te voelen dat ze ook bij de lezer leven. Als dit het geval is heb ik al veel bereikt.

Als laatste moet ik bekennen dat ik het gevoel heb deze notitie een mijlpaal is in mijn denken maar natuurlijk niet het einde is van mijn ontdekkingstocht op aarde. Het inzicht groeit met de jaren.

0. Inleiding

De laatste jaren heb ik veel tijd besteed aan het onderzoeken van de relatie tussen techniek en spiritualiteit.

Het verbinden van deze twee werelden heeft de grootste prioriteit in mijn leven. De belangrijkste mijlpalen in mijn ontdekkingstocht vermeld ik even.

Ik heb deelgenomen aan de werkgroep Menselijke Maat[1] en een aantal presentaties verzorgt op het LAC-congres[2]. De werkgroep gaf mij een diep inzicht in ware aard van de menselijke emotie en het proces van abstractie.

De denkbeelden van Will McWhinney hebben mij op het spoor gezet van zeer oude (spirituele) zelf-refererende denkmodellen (wereldbeelden).

Tijdens het onderzoek voor het project Collaborative Learning[4] ontdekte ik de Interpersonal Theory[5] die de menselijke interactie in een twee krachtenmodel (Agency vs Communion) plaatst.  

Interpersonal Theory is  erg bruikbaar om een innovatieve organisatie in te richten. Daarnaast geeft ze zicht op een andere ordening van de architectuur (o.m. toevoegen sociale netwerken).

De laatste innovatie in mijn denken heeft plaatsgevonden door de ontdekking van het boek “The Universal One” van Walter Russell (1924). Russell voegt terecht een derde kracht toe. In deze notitie wordt een klein deel van het model van Russell toegepast[6] .

De laatste weken heb ik al mijn tijd gebruikt om het document zodanig uit te schrijven dat het kan dienen als breed discussie-document.

Persoonlijk ben ik erg blij met de inspiratie die ik de laatste weken heb mogen ontvangen. Ze geven mij een goede fundering om voort te gaan met het pad dat ik wil volgen.

2. De Productie-spiraal

In dit document wordt uitgegaan van een ontwikkel-cyclus. Deze cyclus wordt bestuurd door twee onderling gekoppelde krachten, contractie en expansie.

De twee krachten zijn slingers, die heen en weer gaan tussen twee uitersten en in het midden kortstondig elkaars effect opheffen (voiding).

De slingers gaan op en neer en heen en weer. Op ieder moment in hun beweging zijn de slingers in balans.

Dit betekent dat de krachten elkaar volledig zouden kunnen opheffen. Op den duur worden ze ook opgeheven.

De twee slinger-bewegingen vormen een spiraal, die in zichzelf is gesloten. De spiraal kan rechts- en linksom draaien.

Als de rechtsom draait (met de klok mee) beschrijft de spiraal een groei-proces (de productie-spiraal). Tegen de klok in gaat het om een behoeften-spiraal.

De groei-cyclus bestaat uit vier stappen:

Het genereren van ideeën

Op het punt van rust van beide slingers springen ideeën (generate) op uit de zee (het veld) van de oneindige potentie. Als ze niet door de geest worden gegrepen, verdwijnen ze weer. Een idee is een contractie van het veld maar geen oneindige contractie. Het idee bevat nog veel mogelijkheden.

Abstractie

Om het idee concreet te maken is een tweede contractie-proces omhoog nodig (abstract). Abstractie haalt de essentie (the seed) uit het idee. Het trekt een deel los uit een geheel. Het deel blijft altijd het geheel voelen en wil uiteindelijk weer terug naar het geheel.

Implementatie

Na contractie gaan het proces over op expansie. Het zaadje gaat groeien (unfold). De essentie  (het ontwerp, het plan) wordt uitgepakt. Het groeiproces wordt gestuurd door twee krachten n.l. integratie (terug naar het geheel) en fragmentatie. In dit laatste geval wil het deel een eigen geheel gaan vormen en produceert het nieuwe delen. Integratie en fragmentatie zijn onderhevig aan de kracht van de contractie waardoor er op den duur een einde komt aan de expansie.

Evaluatie

De expansie van het deel neemt af en keert om naar een expansie naar het geheel toe (naar beneden). Op dat moment (evaluate) wordt de diversiteit die de fragmentatie heeft veroorzaakt weer onder één noemer gebracht. Er wordt een veld gevormd dat de potentie van het groeiproces bevat.

De limiet van de spiraal

De spiraal-beweging heeft een limiet. Als deze limiet wordt bereikt, moet de spiraal weer omlaag gaan terug naar het geheel. Men kan nu eenmaal niet eindeloos fragmenteren en abstraheren.

In theorie zijn er zeven slagen omhoog mogelijk. Naarmate men verder van de basis afraakt komt er een steeds sterkere onbalans. Deze onbalans verstrekt de kracht omlaag.  In het volgende hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de omhoog trekkende kracht, abstractie. Daarna wordt de volledige productiespiraal  uitgeschreven.

3.Abstractie, het gevecht tussen vakman en specialist.

Door abstractie wordt een deel uit een geheel gehaald. Abstractie vindt plaats door compressie van informatie.

Men laat volgens een bepaald principe informatie (gegevens) weg[7].

De abstracties en hun verbindingen worden voorzien van nieuwe termen.

Op de lange termijn verdwijnt de verbinding tussen deel en geheel en gaat het deel zich als geheel gedragen.

Hierdoor ontstaan er steeds meer schijnbaar losgekoppelde delen (fragmentatie).

Op den duur ontwikkelt iedere abstractie zijn eigen taalgebruik (vaktaal, een taalspel).

Door middel van het taalspel communiceren de specialisten onderling over de abstractie.

De specialisten vormen samen een praktijk (een nieuw geheel) die zich zelfstandig gaat gedragen.

Praktijken splitsen zich af in nieuwe praktijken.

Ook hier vindt weer fragmentatie plaats. Op den duur ontstaat er een enorme babylonische spraakverwarring.

Een abstractie komt altijd voort uit een praktijk waarin vakmensen met elkaar samenwerken.

Zelfs de meest complexe wiskunde is terug te voeren op practische (en onpractische) problemen die men in het verleden heeft proberen op te lossen (bv boekhouden).

Vakmensen staan altijd met hun voeten op de aarde en nemen de tijd om een uniek product op te leveren.

Het duurt soms vele eeuwen voor een bepaalde praktijk een nieuw niveau van vakmanschap heeft bereikt.

Er vinden vele kleine stapjes plaats die  plotseling (een paradigm-shift) worden samengevat onder een nieuw geheel.

Abstractie vernietigt een praktijk van vakmensen omdat ze het unieke van de mens (zijn creativiteit) niet accepteert.

Het abstractie-proces heeft een hekel aan tijd. Men wil alles snel doen.

Het is mogelijk om een abstractie van een abstractie te maken. Door het abstraheren van abstracties is de wiskunde, de computer, de database en de software ontstaan.

Uiteindelijk bereikt het proces van abstraheren een eindstadium. Er kan niets meer worden weggelaten. De abstractie is een essentie geworden.

Het is onmogelijk om alle informatie in de wereld tot één essentie samen te voegen. Dit betekent dat er altijd meerdere concurrerende essenties naast elkaar zullen bestaan[8].

Om een abstractie te kunnen toepassen moet men een omgekeerd proces volgen.

Men moet volledig terug naar de aarde of naar een gestabiliseerde laag boven de aarde (een praktijk). Als men gaat toepassen wordt de abstractie weer voorzien van de weggelaten informatie. Als de abstractie ver van de praktijk staat, is het proces van toevoegen complex.

Als het abstraheren volgens een onduidelijk principe heeft plaatsgevonden, is er geen weg omlaag meer.

Meestal kunnen alleen de mensen die de weg omhoog hebben meegemaakt of hebben aangeleerd (de ontwerpers) de weg omlaag uitvoeren.

Vaak  vergeten de ontwerpers de kennis van de implementatie over te dragen. Als er meerdere abstracties moeten worden gekoppeld moeten meerdere specialisten samenwerken.

Hier ontstaan enorme communicatie-problemen omdat men geen gedeeld taalspel heeft.

Iedere abstractie heeft een basis (een fundering). Die basis is soms niet meer te achterhalen.

Op zo’n moment hangt de abstractie letterlijk in de lucht en kan niet meer op aarde komen. De abstractie is een wetenschap geworden.

Als een abstractie een wetenschap is geworden is de toepasbaarheid nihil.

Het proces van abstractie gaat binnen de wetenschap gewoon verder.

Specialisten hebben de neiging om de realiteit aan hun abstractie aan te passen.

De praktijk ontstaat niet van beneden naar boven (bottum-up) maar van boven naar beneden (top-down). De specialisten gebruiken hun model als norm en dwingen een praktijk af. 

Als de specialisten een onduidelijk abstractie-principe hebben gekozen en/of de praktijk niet snappen wordt de afgedwongen praktijk ook onduidelijk. Dit heeft tot gevolg dat de medewerkers in de praktijk in onbalans raken (stress).

4.De Productiespiraal, de weg naar volledige Beheersing

Door het toepassen van abstractie gaat de productie-cyclus iedere keer een stap omhoog.

In dit hoofdstuk worden de omhoog gaande stappen (de spiraal) beschreven.

De basis: Praktijk

Vakmensen maken een uniek product.

De uniekheid van dit product is te vinden in de inbreng van de creativiteit van de vakman.

Zodra vakmensen ervaringen gaan uitwisselen ontstaat een praktijk. Een vakman leert zijn vak in deze praktijk.

In eerste instantie standaardiseren de hulpmiddelen zich en daarna volgt de werkwijze. De vakmensen gebruiken nu allemaal een standaard procedure maar ze werken los van elkaar en voeren alle taken zelf uit (verkoop en productie).

2e Laag: Van praktijk naar bedrijf

In de volgende fase wordt de vrijheid van handelen (zijn creativiteit) van de vakman beperkt.

Ze worden nu bestuurd door procedures of door een mens (een ondernemer).

Er komt een taakverdeling tussen productie, management en verkoop. De vakmensen worden medewerkers. In plaats van een uniek, persoonlijk, product wordt een copie van één van de unieke producten van de vakmensen geproduceerd. Dit maakt het mogelijk om de handelingen (de motoriek) van de medewerkers sterk te versimpelen.

3e laag: Van bedrijf naar fabriek

De volgende stap in abstractie is mechanisering. De procedures worden grotendeels overgenomen door machines.

De machines bevatten een copie van een uniek productie-proces. De machines worden aan een groot aantal bedrijven geleverd.

Het gevolg is dat veel bedrijven min of meer hetzelfde product gaan leveren en uiteindelijk moeten gaan concurreren op prijs.

Men moet daardoor steeds efficienter werken waardoor de mechanisatie steeds verder wordt doorgevoerd.

De specialisaties in het bedrijf gaan mee in de abstractieslag. Verkoop wordt marketing en gaat de klant op abstracte wijze benaderen (CRM, brochures, reclame).

Het management gaat gebruik maken van abstracte besturingsmiddelen (logistiek, computers etc). Uiteindelijk verlaten de meeste medewerkers het bedrijf. Het is getransformeerd in een fabriek.

4e laag: Van fabriek naar utility

In de laatste abstractie-slag wordt het mechaniek geabstraheerd en worden vele mechanieken verbonden tot een doorlopende stroom (waardeketen-integratie).

Op allerlei plaatsen worden sensors (meters) ingebouwd (abstracties van de zintuigen), die gebeurtenissen (events) registreren en berichten zenden naar relevante mechanieken om hun gedrag aan te passen aan buitenwereld.

Er is nu een utility ontstaan. Deze utility verdwijnt nu volledig achter de schermen (via een simpel interface, bv een stekker) en wordt een algemeen geaccepteerde onderlaag voor een nieuwe stap in de ontwikkel-cyclus.

Bovenop een utility worden weer nieuwe praktijken gevestigd. Het zal duidelijk zijn dat de afsluitende utility-laag het Internet is.

5e laag: Van utility naar media

Bovenop het Internet worden nieuwe producten ontwikkeld. Aangezien de utility naar de binnenkant verdwijnt wordt de buitenkant (het user-interface, TV, PC, Appliances) zeer belangrijk.

De eerste stap in de volgende spiraal omhoog is het standaardiseren van de mens via de zintuigen (en daarmee de emoties (desire)). De grootste innovatie vindt plaats in media-industrie. De rest van de industrie programmeert zijn klanten door de uiterlijkheid van zijn producten variabel te maken.
6e en 7e laag: Van media naar Robot[9]

De volgende stap is om de onderdelen van de mens te vervangen door machines (nano-technologie, kunstmatige onderdelen, koppeling van mensen aan machines).

De cyclus eindigt in de 7e stap met de  realisatie van de robot, die zichzelf reproduceert. De mens is nu compleet vervangen door machines.

Abstractie leidt tot concentratie van macht

In iedere abstractie-slag worden verschillende aparte eenheden (vakmensen, bedrijven, fabrieken, unieke producten, unieke processen etc) onder één noemer gebracht.

Dit proces veroorzaakt in de eerste fase integratie-problemen. Men moet uit meerdere alternatieven “het beste” kiezen. Men kiest een standaard. Als deze fase is afgerond, wordt de nieuwe eenheid compact gemaakt.

Er verdwijnen vakmensen, bedrijven en fabrieken. Deze compacte eenheden kunnen steeds meer klanten gaan bedienen.

De sterken overwinnen uiteindelijk de zwakken. Er blijven een paar concurrenten over (hubs (nu Cloud genoemd) ) die dominant worden in de markt.

Ze zijn in staat om velen hun standaarden op te leggen (vgl Microsoft).

De Abstractie van de abstractie (Automatisering)

Zelfs de abstractie heeft zich in de loop van de spiraal geabstraheerd in de vorm van de computer en de software.

De automatisering heeft een veel korter traject van abstractie doorlopen dan vergelijkbare bedrijfstakken (bijv de auto-industrie).

De automatisering is daardoor op vele abstractie-niveau’s tegelijkertijd bezig.

Uiteindelijk zullen de bovenlagen de onderlagen verslaan.

Op dit moment is de automatisering nog sterk afhankelijk van de praktijk (de vakman).

De volgende stap in abstractie is het software-bureau. Hier worden de vakmensen middels standaard-processen (methoden, technieken, tools en een project-management-aanpak) in een keurslijf gestopt.

De volgende fase is de software-fabriek. Net als in het bedrijfsleven worden nu de ontwikkel-processen zelf geautomatiseerd. Er is via het fenomeen webservices en de ontwikkeling van de service-bus een eerste stap gedaan naar utility-computing. De standaardisatie in de automatisering versnelt het proces van standaardisatie in het bedrijfsleven dramatisch.

5. Wat is een utility?

Gas, water en licht zijn een utility.

Moderne voorbeelden zijn pompstations, de kabel, het Internet, het vaste en het GSM-netwerk, de snelweg.

De basis-architectuur van een utility is een buizensysteem, waardoor water (auto’s, energie, benzine, berichten) stroomt.

Een utility is altijd beschikbaar en voor de meeste mensen onzichtbaar.

De werking van de utility is vanzelfsprekend.

Een utility wordt pas zichtbaar als hij niet werkt (bv een file).

In dat geval blijkt pas hoe afhankelijk de mensen van de utility zijn geworden.

Ze is gegroeid ten koste van een groot aantal andere mogelijkheden.

De werking van de utility is hierdoor randvoorwaardelijk voor de werking van een groot aantal diensten.

Een utility wordt aangesloten via een simpel interface (bv stekker in stopcontact).

De besturing van een utility vindt plaats via een facade die onafhankelijk is van de werking van de utility (bv. een thermo-staat).

Als een praktijk het utility-niveau heeft bereikt kan ze alleen nog concurreren op basis van prijs. Deze prijs wordt bepaald door een meter (tikken).

Hierdoor betaalt men voor het werkelijke gebruik van de utility.

Onderscheidende eigenschappen worden aangebracht door de utility te koppelen aan een zintuigelijke of emotionele beleving (kleur, image, vorm, bv groene stroom etc).

Veel gebieden bereiken op dit moment tegelijkertijd het niveau van de utility. De voornaamste oorzaken zijn:

Virtualisering

Steeds meer diensten worden via een virtueel kanaal aangeboden (het Internet)

Pakketten

Er vindt een shake-out plaats op het gebied van de pakketten. Men gebruikt steeds meer  dezelfde pakketten en processen (bv SAP).

Infrastructuur

Men gebruikt dezelfde infrastructuur (Het Internet)

Regelgeving

Er komt steeds meer regelgeving die standaardisatie afdwingt (bv via de EEG)

Internet-standaarden

Voorbeelden zijn de W3C-standaarden XML, SOAP, maar ook product-specifieke standaarden (zie OASIS zie http://www.oasis-open.org ) zijn sterk in opkomst. EDI wordt werkelijkheid.

Vraag-sturing

Door de toenemende gelijkschakeling wordt het onderscheidend vermogen van producten kleiner. M

en moet de klant in verleiding brengen door een aantrekkelijke buitenkant.

De consument wordt daardoor de baas. Dit veroorzaakt een sterke prijs-concurrentie, die weer standaardisatie stimuleert.

Globalisatie

Lokale overheden verliezen hun macht waardoor grenzen verdwijnen. Dit wekt een proces van integratie en standaardisatie in de hand. Multi-nationals hebben de staat van globale integratie bereikt.

Verdwijnen van taal-barrieres en versnelde communicatie door Email

Het Engels heeft zich ontwikkeld tot de wereldtaal.

Hierdoor is de communicatie tussen allerlei landen sterk verbeterd.  

Het gebruik van E-mail versterkt en versnelt het communicatie- en integratieproces.

Aangezien abstractie een proces is van compressie worden de huidige marktpartijen uiteindelijk samengevoegd tot een klein aantal grootschalig opererende onderling concurrerende partijen.

Deze machtige ondernemingen worden met moeite in de tang gehouden door de overheid.

Het is voorspelbaar dat er een enorme shake-out en herordering gaat plaatsvinden in het bedrijfsleven.

Uiteindelijk zullen vele produkt-infrastructuren zich samenvoegen en de basis vormen voor een nieuwe geintegreerde infrastructuur waarop zich een nieuwe ontwikkel-spiraal baseert.

Waar bevindt Process-Modelling zich in de productie-spiraal?

PM heeft als fundering de fabricage (de fabriek). De fabricage-praktijk is geabstraheerd in logistieke modellen die zijn omgezet in pakketten (o.m. Baan). PM is een abstractie van een pakket. Het is een pakket waarmee men fabrieken  kan transformeren in een utility.

De Bus is de kern van OM. Door de bus stromen gestandaardiseerde berichten. Op fabrieksniveau worden pakketten via een Integrator aan de bus gekoppeld. De functionaliteit kan worden uitgebreid door software-componenten.

PM heeft veel geleerd van de implementatie-praktijk.

Om pakketten goed te kunnen invoeren, ontstond het idee om een procesmodel te gaan gebruiken.

Dit procesmodel is  vertaald naar een processmanager.

Het probleem van de processmanager is dat het de abstractie van de fabriek projecteert op de abstractie van het bedrijf.

In de abstractie van bedrijf naar fabriek zijn de mensen (emotie, behoefte) vervangen door machines.

Hierdoor is het menselijk veld verdwenen. Om de processmanager werkbaar, implementeerbaar te krijgen, dient dit element te worden toegevoegd (zie voor meer info Contexual Design).

Ten aanzien van de basislaag moet er een aansluiting worden gevonden met de oude en de nieuwe praktijk (vakmensen). Het gaat dan niet alleen om programmeurs, maar ook om businessanalisten, kenniswerkers en media-specialisten.

6.De Behoeftespiraal, de weg naar ongebreidelde macht.

Genereren, van behoeften

Als de spiraal tegen de klok in draait, genereert ze behoeften. Deze behoeften springen op uit het actie-potentieel.

Dit potentieel bestaat uit de verzameling van acties die het lichaam in de loop van zijn ontwikkeling heeft opgebouwd. Als de behoefte wordt vervuld, is het systeem in evenwicht. Als dit niet gebeurt, is het in onbalans.

Analyse, op zoek naar verklaring

Wanneer de behoefte niet is vervuld, voert men een analyse uit naar de oorzaak.

Als men de oorzaak vindt, worden er nieuwe gedragsregels geformuleerd.

Het blijkt dat er een ander reactie-patroon nodig is, om adequaat op de gebeurtenis te kunnen reageren.

Dit reactiepatroon kan men toevoegen aan het actie-potentieel (leren). 

Inspiratie, integreren van vele verklaring

Als men veel verklaringen van deelproblemen samenvoegt, kan een moment komen dat men het geheel ziet (inspiratie). Er onstaat een allesomvattend idee (insight).  

Transformatie, samenvoegen van vele acties tot nieuw gedrag

Het krachtige idee start een nieuw actie-potentieel. Loshangende acties worden onder één noemer gebracht.

Net als bij de productie-cyclus veroorzaakt een eenzijdige contractie op het gebied van de behoeften een convergerende spiraal. De spiraal begint met de basislaag: de Consument.

2e laag: Van Consument naar Beweging

Een spiritueel of autoritair leider concentreert volgelingen in een beweging. Er onstaat een gestuurde collectieve behoefte. Voorbeelden zijn cooperaties, de vakbeweging, de consumentbond.

3e laag: Van Beweging naar Markt

Als de behoeften niet meer kunnen worden bestuurd, ontstaat de vrije markt.

4e laag: Van Markt naar Monopolie

Als men het aanbod concentreert, ontstaat een monopolie of kartel.

5e laag: Van Monopolie naar Meester

De verslaafden worden afhankelijk van een meester. Voorbeeld is de drooglegging in de VS op het gebied van alcohol.

6e laag: Van Meester naar Schepper[10]

De meester voelt zich almachtig en gaat zich als schepper gedragen (vgl Lodewijk de 14e, de zonnegod)

Waar staat PM in de behoeften-spiraal?

Op het gebied van pakketten vindt er een grote concentratie plaats. Een aantal partijen (bv SAP) beginnen een monopolie-positie in te nemen en bieden utility-achtige software aan om hun klanten te blijven binden.

De Meester-laag wordt opgepakt door de amusementsbranche. Er zijn nog geen marktpartijen die complexe (game-achtige) user-interfaces koppelen aan een hoog schaalbare-utility-framework (Mosaic/Cordys).

Hier ligt een grote kans omdat de amusements-branche zelf nog in het praktijk- of bedrijfsstadium verkeert. Cordys zal een partner moeten zoeken die gespecialiseerd is in complexe user-interfaces. Deze activiteit is opgestart (zie het document “Op weg naar de media-hub” van ondergetekende).

Als CPM zich positioneert als een pakket moet ze gaan concurreren met monopolisten. Dit is een moeizaam proces. Hier geldt: “If you can’t beat them, join them”.

Er zijn nog een aantal grote software-leveranciers die niet over een bus beschikken.

Hier ligt samenwerking (of fusie) voor de hand. De algemene lijn hier is een integratie van middleware, workflow- en bustechnologie (bv Staffware, Tibco).

Het samenwerken met een gevestigde partij levert als extra voordeel op, dat er een enorme client-base wordt aangekocht. Er moet een search worden gedaan naar de beste partijen.

Samenwerken met marktpartijen die het niveau van utility willen (en moeten) is een optie. Hier valt te denken aan banken- en verzekeringsbedrijven. PM kan een sterkere positie verkrijgen door zich als een utility te gaan presenteren en te gaan samenwerken met partijen die dit stadium met moeite kunnen bereiken. Cordys moet zich dan gaan specialiseren in het verwerken van standaard-berichten (zie wederom OASIS). Samenwerking met bijv. Interpay ligt hier voor de hand. Daarnaast is een eerste contact gelegd met een consortium van Banken en Verzekerings-maatschappijen (EDC) en de stuurgroep die een nieuw Europese utility-platform voor betalingen moet realiseren.

Aan de onderkant van de spiraal smacht de consument weer naar het vervullen van een unieke behoefte. Er is een explosie gaande in zelfwerkzaamheid. De opkomst van software-ontwikkeltools voor eindgebruikers is zichtbaar (zie SnapXT [11]).

De meeste interessante laag is de laag van de Beweging. Er wordt door bewegingen software gemaakt (Open Source) en bewegingen vormen nieuwe vormen van cooperaties. De software om bewegingen te ondersteunen (Social Networks) staat nog in zijn kinderschoenen (bv. Linked In, Open BC, Hyves). Het gaat hier om het realiseren van Collaborative Learning.

7. De derde Kracht, de Spirituele Cyclus.

De productiecyclus (~de levenscyclus) en de behoeftencyclus (~de doods-cyclus) moeten elkaar op een bepaald moment opheffen (voiding). Ze vormen één geheel.

Consumeren is letterlijk verniet-igen (niets worden) van het product.

Dit kan direct plaatsvinden (eten) of door langdurig gebruik (verouderen en uit elkaar vallen).

Uiteindelijk komt het deel weer terug in het geheel (de aarde) en begint de leven/dood-cyclus opnieuw.

De controlspiraal heeft met de uitvinding van de stoommachine en andere mechanisatie-technieken (weef-machine, logica) een enorme vlucht omhoog genomen.

De producten beginnen steeds meer virtueel te worden en zijn dus bezig om de aarde te verlaten.

Er ontstaat een nieuwe weerstandloze ruimte, cyberspace, waarin het grote verlangen (desire) geen weerstand meer ondervindt en waarin dus alles mogelijk is (verlangen zonder grenzen).

De productiecyclus is vergeten om balans (balanced action) in zijn processen aan te brengen.

De controlspiraal heeft gezorgd voor een enorme overdaad aan gelijksoortige producten (massa consumptie), die aan gelijksoortige mensen (robots) moet worden verkocht.

Producten zijn steeds minder onderhevig aan slijtage en worden steeds sneller vervangen door nieuwe.

De teruggang van deel naar  geheel duurt steeds langer, waardoor de wereld gaat bezwijken aan de afvalstoffen die de controlspiraal produceert.

De behoeftespiraal is meegegaan met de uitdijende productiespiraal.

De mens neemt (desire) steeds meer en geeft steeds minder.

Het nemen van de gestandaardiseerde mens kan door de media steeds beter worden geprogrammeerd.

De afstand tot de aarde waarop het aardse leven en de aardse dood zich afspeelt wordt steeds groter.

De hoop op een oneindig leven op aarde (of nog mooier in cyberspace) neemt toe door ontwikkelingen in de DNA- en Nano-technologie en Virtual Reality.

Als de uiteinden van de spiralen zich verenigen blijft er uiteindelijk één mens over die de totale de macht over de schepping heeft verkregen en die beschikt over een oneindig groot leger van volgzame robots. Velen zien dan ook achter de uitdijende spiralen het werk van de duivel.

Als spiralen omhoog gaan, wordt altijd de creativiteit (eenheid, het scheppende, het unieke) en de emotie (eenheid, het gevende, balans herstellen, cooperatie, liefde) van de mens als eerste uitgeschakeld.

Het wordt tijd dat deze twee aspecten weer hun plaats krijgen. Als de balans niet door de mens wordt hersteld, wordt hij door een hogere kracht aangebracht.

Uiteindelijk is de potentie door de steeds sterker wordende uitrekkende krachten die er op worden uitgeoefend zo groot geworden, dat er een grote herordening moet optreden waarin er een enorme vernietiging (een contractie naar de eenheid, explosie van energie) zal plaatsvinden. De kentekenen van een naderende apocalyps zijn overal zichtbaar.

Wat kan PM hiermee?

Het is enorm moeilijk om als een exponent van de controlspiraal balans te vinden. De spiraal-beweging omhoog staat onder een enorme druk (een rat-race).

Spiritualiteit en technologie lijken twee moeilijk te verenigen uitersten te zijn. Ik ben er van overtuigd dat er een compromis te vinden is door de principes die in dit document zijn verwoord, verder uit te werken en toe te gaan passen.

In essentie moet er naast Verkoop (de behoeftespiraal) en R&D (de controlspiraal) een derde kracht wordt aangebracht die de Spirituele Cyclus op gang houdt en op deze cyclus op de  juiste plaats verbindt met de beide andere cycli (R&D en Verkoop).

Deze derde balancerende kracht[12] moet zich bezighouden met het bewerkstelligen van coöperatie binnen en buiten het bedrijf.

Daarnaast moet ze toezien op het toepassen van de menselijke maat in techniek en verkoop.

Ze heeft veel weg van een combinatie van Innovatie-management, Human Resources en een functie die zich bezighoudt met de ethiek van het bedrijf (ethisch ondernemen).

Het is voor mij duidelijk dat PPM een bedrijf is dat het aandurft om spiritualiteit met ondernemerschap te verbinden.

Veel van wat er zou kunnen gebeuren staat al in de presentaties naar voren gekomen in de gesprekken die ik met hem heb gevoerd. Spiritualiteit leeft bij PM. Er is geen enkele klant waar ik zoveel tijd aan dit onderwerp heb kunnen besteden. Vooral de gesprekken met Theodoor van Donge waren erg leerzaam, waarvoor grote dank.

Naast het inrichten van een balancerend proces zullen er ook fundamentele keuzen moeten  worden gemaakt. Het is de grote vraag of PM wil meegaan in de volgende stappen in de uitrekking van de control- en behoeftespiraal. Er zijn bijvoorbeeld al grote twijfels of men iets met de verslavende Media te maken wil hebben. Dit wil trouwens niet zeggen dat alle media de intentie hebben om de mens tot slaaf te maken.

De lange termijn vsisie van Hewlett Packard.

[1] zie http://www.it4humans.org/

[2] De eerste presentatie ging over Menselijke Emoties (samen met mijn zoon Johan Konstapel). De tweede ging over de gevolgen van doorslaande abstractie in de IT. Zie www.constable.nl

[3] J. Konstapel, Moving Up- and moving Down, October 2003

[4] Zie J. Konstapel, Vision Collaborative Learning

[5] Horowitz, L. M. (2004).  Interpersonal foundations of psychopathology.  Washington, DC:  American Psychological Association.

[6] Ik heb het vermoeden dat verdere uitwerking zal leiden tot een alles overdekkend componenten-model

[7] De beste manier om abstractie toe te passen is door gebruik te maken van zelf-referentie (fractals). Zelf-referentie heeft als positief punt dat er bij het uitpakken geen informatie verloren gaat. Vandaar dat in het product-model de term zaad is gebruikt. Op dit moment wordt zelf-refentie nog niet toegepast bij abstractie.

[8] Dit is bewezen door Gödel. Zie bijv het boek Gödel, Escher, Bach van Hofstadter.

[9] Zie de legende van de Golem http://www.ced.appstate.edu/projects/fifthd/legend.html en het verhaal van het monster van Frankenstein.

[10] Zie het sprookje Von dem Fischer und syner Fru van Jacob Grimm.

http://gutenberg.spiegel.de/grimm/maerchen/fischfru.htm

[11]  Zie http://www.snapxt.com/faq.html

[12] There are three basic laws: The Law of Assimilation (Every individualized object assimilates itself to all other objects), The Law of Individualization (Every object tends to assimilate all other objects to itself) and the Law of Dominant (Every such object is such by virtue of the higher or dominant force which controls these two tendencies).